Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Wie kent dat niet dat je je niet kunt ontdoen van hinderlijke gedachten, gevoelens of reacties? Hoe komt het toch dat keer op keer oude patronen de kop opsteken? We vertonen ze zonder erbij na te denken. Feitelijk herhalen we in die reacties een oude aangeleerde strategie uit het verleden. We kunnen daardoor niet meer fris aankijken tegen de situatie zoals die zich in het hier en nu voordoet en kunnen daardoor geen passende oplossing vinden. Feitelijk zitten we gevangen in tunneldenken.

De centrale vraag is: hoe kunnen wij ons van die geconditioneerde geest bevrijden? Welke mechanismen zitten er achter jouw geconditioneerde reacties? Op het eerste gezicht lijkt het een onmogelijke opgaaf om je eigen illusies te doorzien. Wat je ook doet om je uit dit tunneldenken te bevrijden het lukt niet. In ons gedrag, emoties en denken blijven zich patronen herhalen. Het is alsof je gevangen zit in je eigen wereld en je geen informatie hebt over een wereld buiten de gevangenis. Je wilt eruit, maar hoe harder je je best doet, hoe krapper de gevangenis en hoe pijnlijker je gevangenschap.

Volgens de klassieke boeddhistische literatuur wordt onze geconditioneerde geest gevoed door de drie vergiften. Het zijn: onwetendheid, afkeer en begeerte. Je ziet ze vaak in het levenswiel afgebeeld als varken (onwetendheid), slang (afkeer) en haan (begeerte). Ook in recent wetenschappelijk onderzoek[1] heeft men onderzocht hoe geconditioneerde gedrag tot stand komt. Volgens Scharmer zijn er drie barrières in onze reactie: oordelen, cynisme en angst. Het is buitengewoon interessant om de inzichten van eeuwenlange meditatiebeoefening langs dit wetenschappelijk onderzoek te leggen. De drie vergiften van het boeddhisme en de drie barrières van Scharmer hebben veel overeenkomsten. Het helpt ons om meer te begrijpen van onze dwaalwegen.

Cognitief construct

Allereerst onwetendheid en oordelen: het lijkt een tegenstelling, maar beide gaan over hoe we met onze cognitieve geest de werkelijkheid tegemoet treden. We proberen onze ervaringen te vangen met oordelen, meningen en overtuigingen. Maar we hebben niet door dat we daarmee onszelf gevangen nemen. Zelfs als we merken dat we verkeerde oordelen, meningen en overtuigingen hebben, dan hebben we de neiging om deze te ondergraven, of te bestrijden met andere oordelen, meningen en overtuigingen. Er ontstaat dan een keten van cognitieve reacties die elkaar in stand houden. Ik noem dat een ‘cognitief construct’. Het drama is dat we in onze gevangenis we onszelf gewoon niet kunnen toestaan om niet te weten en zonder cognitieve constructen de werkelijkheid tegemoet te treden.

Emotioneel construct

Dan afkeer en cynisme: hier gaat het over weerstand. Dit lijkt een onoverwinbare barrière. Hoe meer we er tegen aandrukken hoe groter het wordt. Weerstand vraagt aandacht en hoe meer aandacht hoe groter de weerstand. Weerstand maakt de gevangenis knellender. Maar weerstand impliceert ook het tegendeel: verlangen. In weerstand willen we een situatie die ons pijn doet, uitbannen. In verlangen klampen we ons juist vast aan een situatie. Ook dit maakt onze gevangenis sterker. Weerstand en verlangen gaan over hoe we met onze emoties de werkelijkheid tegemoet treden. We voelen dat in ons hart. Ik noem dat een ‘emotioneel construct’. Onze gevangenis is dat we ons kennelijk niet toestaan om zonder verlangen of afkeer, zonder emotionele constructen de werkelijkheid tegemoet te treden.

Wils construct

Ten slotte begeerte en angst: op het eerste gezicht lijken dit twee verschillende zaken. Maar bij nadere beschouwing zien we dat beiden betrekking hebben op onze wil. Begeerte is iets zo sterk willen, dat je leven ervan afhangt. Je kunt je niet voorstellen dat je zonder kunt. Angst is juist iets niet willen. In angst heb je het gevoel dat iets jou zodanig bedreigt dat je leven ervan afhangt. Angst en begeerte hebben beide te maken met overleven. Onze geconditioneerde geest bestaat bij de gratie van het idee dat we niet kunnen overleven zonder datgeen wat we begeren maar ook niet kunnen leven met dat waar we bang voor zijn. Angst en begeerte zijn de twee uiterste van wat ik noem een ‘wils construct’. Onze gevangenis is dat we niet zonder een wils construct de werkelijkheid tegemoet durven treden.

Bevrijding

Onze beoefening, onze training is er in eerste instantie op gericht deze cognitieve, emotionele en wils constructen te herkennen en te zien hoe ze werken. 95% van ons gedrag wordt aangestuurd door het on(der)bewuste. Je kunt het alleen gaan zien wanneer je regelmatig de gelegenheid neemt om met afstand naar jezelf te kijken. Dat is de eerste belangrijke stap. Maar er is meer, we kunnen uit onze gevangenis. De sleutels om de gevangenis te openen liggen in onszelf. Door je geest te trainen leer je de werkelijkheid op een aandachtige niet oordelende manier tegemoet te treden. Je leert als het ware je eigen levensverhaal te doorzien en te doorzien dat jijzelf de schrijver bent. Om dat te kunnen doen zijn drie dingen nodig: ‘open mind’ (een onbevooroordeelde wijze van denken), ‘open hart’ (een liefdevolle houding) en een ‘open wil’ (overgave en loslaten dat de dingen precies zo zouden moeten gaan als jij in eerste instantie wilt). Het is onze oorspronkelijke geest.

[1] Scharmer, C.O.; Theory U: leading from the future as it merges; Cambridge, Mass: Society for Organizational learning 2007.